Oeverloos
Er blijft altijd die andere kant,
Loop je naar links, loop je naar rechts
Het water houdt je tegen
Bewaakt beloften van een beter land
Dáár aan de overkant.
Je wil erheen: een bootje of een brug,
Ga vliegen of ga zwemmen
Misschien te voet,
Als ’t water weg is of bevroren.
Een veerman kent geheimen
Ook mensen, heen en weer
Gaat klokvast ginder kijken
Maakt toch meteen
Weer rechtsomkeer.
De stroom aait alle oevers
Glijdt moeiteloos voorbij, van zout
Naar zoet, mooi in het midden
Op weg naar eeuwigheid.