stil in een hoekje weggekropen,
haar haren wild en vuilig-stijf
murmelend van ellende en straalbezopen
Maar in haar ogen rest dat vleugje blauw
waar mannen zich eens aan laafden
té veel verdriet voor dat tere lijf
godvergeten tussen al die beschaafden
De hypocrisie viert nogmaals hoogtij, en weer
wordt onnoemelijk smalend neergekeken
op de 'verlopen loeders' van de maatschappij
en worden zij met beesten vergeleken
Zie ze daar staan, dat intelligent crapuul
hun grootspraak wordt tot 'kunst' verheven
De idioten, hevig spottend met de mindere 'mens'
die, godverdomme, niks begrijpen van het leven
Kijk naar haar ogen, verwaande kwasten
en herken dat kleine zweempje blauw
want ondanks haar bijna dodelijk gelal,
was zij eens een adembenemend mooie vrouw!
©