Mijn zomerzon staat lager aan de einder,
en ik besef dat herfsttij mij omhult.
Al ben ik voor de goede dood niet bang,
toch benauwen mij de korte dagen,
de nachten waar ik woelend wakker lig
en dan gedachten en herinneringen
de vrije ongedwongen loop laat gaan
en met mijn Vader tweegesprekken voer
en ook met mensen die al lang zijn heengegaan.
Soms wordt het leven mij een last
en is de somberheid niet van de lucht
en voor mijn naasten ben ik dan een plaag.
Toch hinkel ik op tegels in mijn straatje
en speel de blues en jazz en spiritual
en dank ik God en speel soms een psalm.