1.Een doodgewone avond aan de bar.
Jouw ogen duellerend met die van mij.
Jij als bijenkoningin, ik de uitgedaagde dar.
Lieverd, weet je wat ik tegen je zei?
Mag ik bij je schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.
Mag ik bij je kruipen nu?
Samen onder die levensparaplu.
Voor eeuwig bij jou, bij elkaar.
Spring ik nu op jouw levenstrein.
Mag ik bij je schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.
2.Wil je luisteren naar mijn relaas?
Het leven is heerlijk nu jij hier bent.
Zoekend naar de muis voor de kaas.
Luister lieverd, ik ben jouw vent.
Mag ik bij je schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.
Mag ik bij je kruipen nu?
Samen onder die levensparaplu.
Voor eeuwig bij jou, bij elkaar/
Spring ik nu op jouw levenstrein.
Mag ik bij je schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.
Wat zeg je? Wil je weg vannacht?
Wat zeg je? Wil je weg?
Wat zeg je? Wil je weg vannacht?
Dat had ik nu toch niet gedacht.
Wil je bij me schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.
Wil je bij me kruipen nu?
Samen onder mijn levensparaplu.
Voor eeuwig bij jou, een droom.
Spring jij nu op mijn levenstrein?
Wil je bij me schuilen, schat?
Dan drinken we nog even wat.