Mijn mooie, oude, saxofoon
is in de mood, is in de blues.
Een warme adem blaast hem aan,
hij speelt weemoedig, eenzaam, triest.
Mijn oude, lieve, saxofoon
is vol van stille, sexy, songs,
met woorden zoet en ongenoemd,
waarin hij dan zich zelf verliest.
Mijn lieve, trouwe, saxofoon
is net als ik, een dagdroom ver,
vol dromen en herinnering.
Soms schuchter, soms heel driest.
Ik speel mijn ziel en zaligheid.
Ik speel mijn lijf en heerlijkheid.
Daar waar wij samen-komen.
Soms is er ruimte, eindeloos.
Dan speelt hij niet, is ademloos
en vreugdetranen stromen.