.


(Ik ben een vlinder)
Maar wat mot ik met die vleugels
en wat mot ik met die sprieten op m'n kop
(Ik ben een vlinder)
En wat mot ik met die lange 
dunne poten an me lijf, ach lazer op
(Ik ben een vlinder)
Ik fladder in het rond niet met
plezier (ik ben helaas niet zo bekwaam)
(Ik ben een vlinder)
Straks vlieg ik me te pletter 
op het allereerstebeste autoraam.

Als rups:
Had ik het maar geweten
want toen kroop ik over blaadjes
goh, wat kon ik lekker eten
zo afzichtelijk en groen
en zo oneetbaar en behaard
werd ik meewarig en met walging
door de vogels aangestaard.

(Ik ben een vlinder)
Niet langer is het smakelijke
groene cellulose die ik snoep
(Ik ben een vlinder)
Nu lurk ik uit de bloemen 
van een hele vieze kleffe zoete troep
(Ik ben een vlinder)
Ik lebber kleverige nectar
en ik drink dan weeïg suikerwater toe
(Ik ben een vlinder)
Voor een vogel ben ik dadelijk
een uitermate smakelijk degoût.

Als rups:
besloot ik te verpoppen,
en toen ik me had bezonnen
bleek ik niet te kunnen stoppen
en zo vroeg ik me daar af
zo stevig in een pop gevangen:
hoe kon ik het toch verzinnen
om me zomaar te verhangen?

(Ik ben een vlinder)
En zoals nu bij de fase van mijn
huidige bestaan nou eenmaal hoort
(Ik ben een vlinder)
Ben ik wanhopig en ontoombaar
aan het zoeken naar de vrouwelijke soort
(Ik ben een vlinder)
In het diepst van mijn gedachten
zit hysterie binnen in mijn ziel ten troon
(Ik ben een vlinder)
Als een halve idioot zo jaag ik
achter ellek zweempje fero-
("splat")

*wegstervend geluid van een auto*