Moeder natuur wat ben je mooi,
met je zee, rivieren en kanalen
met je groen belegerd en bezet
Je bergen en je dalen.
Je bent een schitterend wonderrijk
met wisselend firmament.
Met zon,maan of sterren
zijn we iedere dag verwend
Je bent van onmetelijke poëzie
Met grote of kleine staten
Een eeuwigzingende zee
Moet ik je nu aanbidden of haten?
Want waarom zijn bergen zo hoog
Is er geen liefde onder de mensen?
Groeit al dat mooie bij u
En mizerie bij de mensen?