wij zijn vrij
ik heb lang
naar de zee
zitten staren
terwijl het water
mijn voeten
vertelde van de
talloze gevaren
jij zo machtig
en groots
terwijl de golfjes
vriendelijk krulden
het schuim zijn
eigen hoofdstuk
en tekening koos
hoe kan het
dat stormvloed
dijken bruggen
en kades breekt
alles verwoestend
zijn weg naar
de laagte neemt
het spel van de
wind die stroming
te langzaam vindt
met duwen en stuwen
schreeuwen golven
angst en schaamte
voorbij wij zijn vrij