bevroren reflecteert het meer
de vorstelijk berijpte kraag
van riet dat langs de oever groeit
maar stil door ruisen lang vermoeid
buigt voor een kille wintervlaag
vanuit de zoom staart star een reiger
met zwoele zomers in gedachten
waarin het kwaakconcert zacht klonk
dat hem zoveel voldoening schonk
zonder het eindeloze wachten
en midden op het ijsvlak daalt
een zwanenpaar uit grauwe lucht
luid snaterend in protesteren
voor het met opgestoken veren
waggelend het glad ontvlucht
dan verschijnt achter de pluimen
een wandelaar die blij verrast
de wondere natuur bespiedt
haar charme door zijn camera ziet
als levende verstilling in contrast