De bewolkte lucht drukt op mijn ogen
Ik wil in de zon gaan geloven
Regendruppels willen het trottoir niet aflopen
Een gletsjer springt in mijn gedachten
Welke hersenschim toont mij de zomer
In mijn geestenwereld ben ik een blije dromer
Avondrood laat mijn gedachten in rivieren verzinken
Ik wil de lucht van vogelgezang horen klinken
De evenaar is ontsprongen
En de zomer is op de Zuidpool begonnen
Laten we het koude gewaad van de depressie afnemen
De grijze deken breken we in stukken
We zien het groen de flora opfleuren
De deuren zetten we open naar een warme klimaat
De bloemenpracht hypnotiseert ons met hun prachtige bladeren
Nieuwe opbeurende krachten vloeien weer door onze aderen
De zomer laat onze gedachtes weer als schone auto’s blinken
We kunnen van het zomerse genot ons vol drinken
De warmte opent de pracht deuren
Die een ieders humeur op weet te fleuren