Aarzelend steekt,
met de eerste wind,
een grijzig onvast licht.
Tastend begeeft het zich
in de wereld van de duisternis.
Het lijkt verrast door
wat aan het licht komt
en bergt zich in de nevel.
Het riet fluistert
tegen het water,
een rietzanger antwoordt.
Weer doet het licht
een stap
en wacht.
Traag wijkt de duisternis.
Ik wacht