Koosje
Hij danste als kind op de rotsen
en trouwde met stenen
het zand als getuige
en de zon gaf zijn bruidsschat in goud
hij praatte met vogels, keek soms als een wolf
bezat alle takken
als koning der bomen
met een mantel van blad
en kruinen als kroon
hij was heerser van het woud.
Hij rende als kind door de heuvels
zwom in rivieren
en maakte van varens een vlag
hij dacht niet in sommen
of aan schrijven in schriften
want hij marcheerde met mieren
bouwde kastelen in struiken
met daken van mos
en muren van klei
zodat niemand hem zag.
Hij zong als kind liedjes voor bloemen
kneep soms met zijn ogen
en keek door zijn wimpers
op zoek naar het geheim in de zon
sneed zijn pijlen van riet
spande bogen van wilg
en zocht speren om beren te doden
hij was stil als de dood
en groen als het gras
als hij in een hinderlaag lag.
Nu is hij een man
die niet weet wie hij is
omdat hij zijn jeugd achter moest laten
in het land zonder wind
en leren van regels en woorden als moeten
dat je met stenen niet trouwde
en met vogels niet praatte
nu heeft hij een baard en een tas met wat kleren
de mensen verlaten, op zoek naar het land
waar koningen heersen met een mantel van blad
en kruinen als kroon
hij zoekt naar de waarheid die hij kende als kind.