Bij terugkomst
bleek hij vreemd volmaakt:
een onopvallende verschijning
in dit landschap.
(er was niemand)
Volstrekt lege muren
bepaalden zijn kamers;
alle beweging was zinloos.
(er was niets)
Wij voerden lange gesprekken,
buiten op het terras,
en dronken ijswijn
tot diep in de nacht.
(en alles kwam tot ons)