Onvoltooid
Eindeloos zocht ik je bij wie opstaan en werken,
wie eten en drinken achter zieke computers,
tijdens de oorlog tussen de sterren.
In de nacht kwam ik je tegen op een stil station.
Ik kom alleen maar voor het afscheid, zei ik.
Mijn bagage is verdwenen.
Ik kan niet mee op reis.
Met het stempel van je kus op mijn lippen
hoorde ik dreigende voetstappen achter een muur.
Het was alleen maar een afscheid, zei ik.
Toen de anderen kwamen, had ik je al verlaten.