Omdat het bijna 4 mei is, wil ik een stukje uit dit boek plaatsen.Mijn leven achter onzichtbare tralies!Eigenlijk geen poezie maar mijn autobiografie in lyrisch proza, misschien hoort het hier niet, maar ik wil het graag delen!
Maar omdat jullie er middenin vallen, even een toelichting.
Odo en Paula zijn mijn ouders, Ingrid mijn oudste zuster en Sidney en Dennis haar toen nog jonge kinderen, nu veertigers.( Marjolijn mijn zusje 1 jaar ouder dan ik dat, nu al 43 jaar in Israel woont). 
we hadden de sleutel van de bovenbuurvrouw "
Marjolijn en ik waren er samen waarom… 
was ze met vacantie gaven we plantjes water… 
ze had een enorme glazen/kristallen lamp met tientallen pegels boven de tafel hangen we tingelden ermee en er viel een pegel af 
Marjolijn hing hem met veel moeite terug helaas het regende nieuwe 
we klimmen samen op de tafel en herstellen de schade
we konden gefascineerd naar haar vingervlugge kantklossen kijken
gooien met de blokjes met garen verzetten van spelden en daar was een kleedje 
ze was bij het Rode Kruis maar over háár uniform bij ons thuis geen onvertogen woord 
ze was mamma’s steun en toeverlaat in de oorlog 
(stopte ze steevast op onze verdieping voor ze verder zwetend naar boven steeg 
met de verzuchting kom Cobussie kakzak op naar de beddenwinkel) ze ging ook wel mee met zondagse uitjes en als wij zgn. alleen thuis waren zal zij wel op de hoogte zijn geweest 
het zijn niet allemaal echt míjn kinderherinneringen 
pappa dus al gearresteerd voor de geboorte van zijn oudste 
mamma in oktober 42 op de 25e trouwdag van haar ouders bij hen 
DE INVAL razendsnel stuurt Paula’s moeder haar dochter met baby naar de zolder 
per slot van rekening doen ze geen huiszoeking ze werken”gewoon” hun lijstje af en mamma en Ingrid staan niet op dat adres ingeschreven mijn
grootmoeder schijnt nog iets geroepen te hebben naar die zolder als
afscheid 
hoe lang heeft mamma daar met Ingrid gezeten tot juffrouw Winnubst zo heette ze 
hen op kwam halen  
vele decennia en dodenherdenkingen later allang niet meer stil op straat
gaan we vaak naar herdenkingen in het Concertgebouw of naar de
Stadsschouwburg waar Hans jaren op 4 mei iets organiseerde 
we spraken wel eens af achteraf in Américain en hij kon maar niet
begrijpen dat Paula zo stoïcijns bleef onder de voordracht en dan dán 
organiseert Jules in een zaaltje van het Anne Frankhuis op 4 mei een
andere herdenking een stukje uit het dagboek het slot 
de inval gebons op de deur felle lichten einde 
Paula breekt nooit heb ik iemand zo tomeloos zien en horen huilen
we zijn daar dus Odo Paula Ingrid en ik met Sidney en Dennis 
niet Odo ontfermt zich over zijn vrouw nee zijn oudste dochter neemt
haar mee 
zijn ze naar de Bijenkorf gegaan… 
het was niet ’s avonds wel 4 mei 
Odo en ik gaan met de kinderen naar Ingrid’s huis en wachten 
het is voorbij er wordt niet meer over gesproken en opnieuw is er nooit iets gebeurd 





