Waar de zilveren maan
in de pupillen verdwijnt
het spookt, in december motregen
één omgekeerde tarotkaart, die van de gehangene
zwijgende op het gezicht van mijn moeder
voor haar vertrek, in ons allebei, klinkt cello
traag, traag, traag
innerlijke beweging die strekt zich als
herinneringen en liefde
dolken en verwijt en weer, liefde
onzichtbare redenen om elkaar te kwetsen
en weer, liefde, die steigerde
in herkenning van hetzelfde hartritme
zij zoekt in haar tas
wat kleingeld en de kaart
en zegt, niets.
ik ook, niets.
honderden kilometers later
huiver
houdt onze handen
aan elkaar vast
22-12-2006