De zon schijnt op mijn huid
Maar kan de kilte niet verdrijven
De vrieskou in mijn ziel
Ik schrik van elk geluid
Terwijl ik peinzend zit te schrijven
Woorden, zo subtiel
Zal mijn hart het ooit aanvaarden?
Of berusten dan, misschien?
Zal ik ooit nog kunnen aarden?
Nu ik jou niet meer kan zien
Nee nimmer, nimmer meer
Van nu af aan gaan ze verloren
Nu jij er niet meer bent
Die spreuken van weleer
Familiemetaforen
Die straks niemand meer kent
Zal mijn hart het ooit aanvaarden?
Of berusten dan, misschien?
Zal ik ooit nog kunnen aarden?
Nu ik jou niet meer kan zien