Er staat (c)opyright op de gedichten van Tadorna U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
 
Ik weef mezelf een wandtapijt,
een waan voor elke dag,
Met zijden draden van de wind en
vezels uit mijn eigen lijf,
Gesponnen in de nacht.
 
Mijn radar zoekt en tolt in ‘t rond,
verschrikte beelden op de vlucht
weerspiegelen de scherven van mijn ziel, en
vallen langzaam dwarrelend stilaan neer,
toch raken zij geen grond.
 
Mijn noodoproep wordt niet beantwoord,
daarbuiten blijft het stil,
Terwijl de storm hier verder raast,
ik weet niet wat ik wil.