Zes maanden later
er zijn nog altijd sporen van je leven
een restje braaksel op de stekker van het printersnoer
en in de groeven van het televisietoestel
ik poets het slecht verteerde voedsel weg
dat je kankercellen niet hebben gekregen
jij liet uitwisbare herinneringen achter
alleen de stilte elke ochtend als ik wakker word
kerft in mijn hele wezen het besef
hoe niets ontziend opdringerig
jij hebt bestaan