Je verlaat je rots met onverschilligheid,
met een vlot de onstuimige branding in,
om tot je ontzetting vast te stellen,
- nadat je wat afstand hebt genomen -
dat dit het eiland was van de vertrouwde geborgenheid.
De stroming voert je af,
er tegenin roeien heeft geen zin,
het vergroot alleen de pijn van het gemis.
Schipper heb moed,
of kun jij alleen maar varen in de euforie van dronkenschap?
Betraande ogen maken je toch niet blind?
Laat je niet verteren door het verleden.
Naarmate de nevel verdwijnt,
en de weidse zee haar grootsheid toont,
ontwaakt er een idee :
aanvaarden is de enige weg vooruit.
Onzekere handen bepalen een koers,
met als enige geruststelling, het vertrouwen,
dat ooit aan de horizon, er land zal zijn,
die je dezelfde garanties zal geven,
als datgene wat je ooit hebt verlaten.
De reis zal je leren waarderen wat je gevonden hebt.