DE ZON SCHIJNT MET PIXELS OP DE AARD.
DE VOGELS ZINGEN HUN LIED.
DE MENSEN ZIJN BLIJ,
MAAR MIJN PIJN KENT GEEN MEELIJ!
HET IS WARM OM ME HEEN,
JE ZIET DE MENSEN GENIETEN, MAAR OOK PUFFEN,
WAAR MOET IK ME ZETTEN OM DE PIJN NIET MEER TE VOELEN?
IK BEN BLIJ DAT HET TERUG ZOMER WORDT? MAAR VOOR WIE?
OF VOOR WAT?
IK TEL DE DAGEN, UREN EN MINUTEN,
WIE BEN IK NOG, WAT BEN IK NOG,
EEN WRAK DOOR TWEE DRUPPELS HEEN,
DE MENSEN MIJDEN ELK GESPREK,...
EN IK,
IK BLIJF ACHTER IN DE KOUDE.
SLAAP LEKKER.
patrick stevens.
|