In de lente zingen vogels het hoogste lied
De mus, de merel en nog heel veel meer
Het is fijn er naar te luisteren, steeds weer
Ik verwonder mij er altijd over en geniet.
Samen vormen ze een geweldig koor
Elke vogel zingt zoals hij gebekt is
Voor mij is het een ware belevenis
De vogelzang, de hele dag maar door.
Ik zie ze nestelen in de hoge bomen
Ook in de struiken en in de heggen
Waar ze straks hun eitjes gaan leggen
Waaruit dan jonge vogeltjes komen.
In de lente komt alles weer tot nieuw leven
De bloemen en planten groeien en bloeien
Elk jaar weer blijft het mij bijzonder boeien
Dank Heer, voor al het moois mij gegeven.