Onze ijleindige stemmen zongen:
gelijk het gras is ons kortstondig leven
en het wijze orgel pompte statig traag
onze zielen door grijsgewijde ruimte
en daarbuiten wachtte, eerbiedig stil nog,
het grind dat onze treurstappen geduldig dragen zou.
Maar
ik zag over gebogen hoofden en hoeden heen
groen gras op wuivende heuvels
en dacht zoals het gras te zijn,
waarop kinderen en geliefden wereldvergetend spelen,
omdat het zacht en buigzaam is;
hier te vallen, valt altijd mee.
Zoals het gras te zijn,
dat juist, bij tijden kort gemaaid,
zo heerlijk ruikt.
gelijk het gras is ons kortstondig leven
en het wijze orgel pompte statig traag
onze zielen door grijsgewijde ruimte
en daarbuiten wachtte, eerbiedig stil nog,
het grind dat onze treurstappen geduldig dragen zou.
Maar
ik zag over gebogen hoofden en hoeden heen
groen gras op wuivende heuvels
en dacht zoals het gras te zijn,
waarop kinderen en geliefden wereldvergetend spelen,
omdat het zacht en buigzaam is;
hier te vallen, valt altijd mee.
Zoals het gras te zijn,
dat juist, bij tijden kort gemaaid,
zo heerlijk ruikt.