Ze gingen door de dagen,
verward, terneergeslagen,
verbijsterd, keer op keer,
de Meester was niet meer,
zij konden zó niet verder
als schapen zonder herder,
verlaten en alleen
en bang voor iedereen,
geen Woord uit het verleden
gaf uitzicht in het heden,
omdat het niet weerklonk
maar in het niet verzonk,
--------------------------------------
de Herder zal niet slapen,
Hij gaf zich voor de schapen,
Hij peilt hun diepe smart
en drukt hen aan zijn hart,
Hij draagt hen door de tijden
naar malse groene weiden,
geborgen in zijn zorgen
ontwaakt de nieuwe morgen,
zo kunnen zij weer verder,
Hij maakt een schaap tot herder,
de Geest wijst hen het spoor,
de Levende gaat voor.