Als mijn gedachten dwalen,
In deze tijden van advent,
Dan herleef ik de verhalen,
Van een nieuw geboren kind.
Zo zie ik weer de wijzen gaan,
En ook de herders in het veld,
Ik zie ze bij het kampvuur staan,
‘k Hoor alles wat er wordt verteld.
En flonkerend aan’t firmament,
Zie ik dan een ster verschijnen,
Dit is het teken, het moment,
Dat al het oude gaat verdwijnen.
Weer zie ik dat prachtig koningskind,
In kribbe gelegen, bedekt met hooi,
Zo teder en rein en alom bemind,
Was een leven altijd maar zo mooi.