Zijn huis is mijn toevluchtsoord;
in het verborgene van Zijn aangezicht
verbergt Hij mij.
Zijn aanwezigheid
is de beschermende muur
om mij heen.
Bescherming,
volkomen bescherming,
ik vind het nergens anders
dan bij Hem alleen.
---
Ik kijk om mij heen
en zie hoe ik aan alle kanten
word belaagd.
Scherpe woorden striemen,
moeilijkheden beuken,
als een storm
wordt alles opgejaagd.
Ik kijk om mij heen
en vraag mij af
hoe ik kan blijven staan.
Het is te veel,
ik ben te zwak,
vertwijf’ling slaat toe,
ik kan dit allemaal niet aan.
En terwijl ik om mij heen kijk,
hoor ik een stem,
die zachtjes tot mij spreekt:
‘Kijk omhoog,
vertrouw op Mij;
zie hoe in Mijn licht
alles verbleekt.’
Ik richt mijn blik omhoog,
weg van alle moeiten,
weg van alle zorgen.
Mijn ogen gaan open
en ik besef: Hij is mijn schuilplaats;
bij Hem ben ik veilig
en geborgen.