1
De bergen aan de horizon,
komt daar mijn hulp vandaan?
Nee, U reikt mij die aan.
Ik weet dat U mijn helper bent,
U, Schepper aller dingen
zal mij met kracht omringen.
2
De Heer is op je levenspad
een wachter om je heen,
Hij maakt je vast ter been.
De wachter van heel Israƫl
zal zelfs bij nacht niet slapen,
Hij waakt over zijn schapen.
3
Een schaduw aan je rechterhand
wil God als wachter zijn
in angst, verdriet en pijn.
De zon en maan doen je geen kwaad,
de Heer zal je bewaren,
jouw hemel op doen klaren.
4
In heel je leven houdt de Heer,
bij dag en in de nacht,
trouw over jou de wacht.
Voor nu en tot in eeuwigheid,
behoedt Hij voor het kwade,
je leeft in zijn genade.
Melodie: Ps 121