Er staat (c)opyright op de gedichten van Winkels, Anna U mag dit gedicht alleen gebruiken als u de auteursnaam en eventueel de website daarbij vermeldt.
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
De zomer was nog maar net begonnen
en ik kwam jou tegen
ik had nog niks verzonnen
of had het alweer verzwegen
ik voelde mij onbezonnen
stom en verlegen

jij stond daar met een oprechtheid die je zelden ziet
het soort lef dat je niet verwacht
spontaniteit waar men van geniet
jouw aanwezigheid trok mijn aandacht
de brutaliteit waarmee jij sprak
de simpele woorden die jij uitbracht
hoe jij een ieder vermaakte met gemak
was voor mij meer dan onverwacht

het verbaasde mij dat zoiets simpels zo mooi kan zijn
de puurheid van jouw bestaan
het gelach en de ongein
aanwezig maar begaand

ik moest en zou 
meer te weten komen over jou
ik sprak jou aan met een brutaluteit die niet gepast is voor een vrouw
met een nieuwsgierigheid die ik simpel weg niet verbergen kon
met een zelfvertrouwen die ik ter plekke verzon
woorden die groter waren dan ik zelf
liet ik een andere kant zien van mezelf

ik durfde
ik wilde
ik gaf

jij wou
jou had
jij ging

de zomer was bijna net zo snel voorbij als het begon
en jouw puurheid leek niet zo puur meer
het leek te zijn verdwenen met de zomer zon
alsof het zich had aangepast aan 't weer

jouw woorden waren leger dan voorheen
je verdween naar de achtergrond
je leek zo eenzaam en alleen
ik voelde jouw waardigheid zakken door de grond

jij was je zelfwaardigheid verloren
jij was niet langer meer een man maar een jongen
hulpeloos, angstig en afhankelijk