Ik ben de Dichter. Wil je mijn lijf
beschrijven, zijn mooie gewelfde lijnen:
doe ‘t dan zo, als had je ’t over een vers
gewassen kool. Overdrijf
het donker, dat je in me ziet. Het is
het donker van Magda. Schaamte, die
had ze niet erg veel, maar in haar kapsel
was wel een verlichte kamer. Soms
stopte zij mijn dichterlijke woorden
in haar gezicht en dan zong ze voor me.
Dan spande ik mij tegen haar zwakte aan,
en uiteindelijk was mijn binnenste in haar.
(Ik liet mij inspireren door zijn vers ‘Die Laute’)