ik zat op een bootje,
en zwierf over zee,
over de woeste baren
nam ik alle verdriet
lekker mee,
zodat niemand op het land
van verdriet hoefde te huilen
ik had de pijntjes in mijn hand
en zou het voor niets willen ruilen.
en op het midden van de oceaan
gooide ik alle verdrietjes overboord
en konden we gewoon verdergaan
met het leven
zoals
het hoort.
met het leven
zoals
het hoort.