Gekooide duif
De oneindige hemel is zo dichtbij.
Ik wil mij daar snel naartoe bewegen
en voort blijven vliegen, voor altijd vrij.
Onbuigzame spijlen houden mij tegen.
De hemel is beurtelings blauw en zwart.
Ik druk mijn vleugels tegen mij aan.
Een vaag verlangen doortrilt mijn hart.
Ik buig voor wie mij niet laat gaan.