Een lied welt
uit mijn binnenste
naar buiten,
geluid zwelt aan.
Hoe kan een mens
zich beter uiten
dan zingend
uit zijn dak te gaan.
Alle vreugde
juicht omhoog
vanwaar het is gekomen,
de zon straalt
in een gouden boog,
knoppen zijn opengesprongen.
Op deze mooie morgen
klinkt in mijn vreugdelied
de lof aan God de Schepper
door Wie ik zo geniet.