je zou het niet geloven
maar sprookjes bestaan
als je het oog hebt om te zien
en moeite neemt bovendien
om het kwaad te ontmaskeren
stopt het lasteren
het kwaad schrompelt en krijst
wat zichzelf bewijst
wringt zich in bochten
maar men ziet gedrochten
zielig als ze zijn ten onder
gaan aan eigen pijn
geloof toch altijd in het goede
en ontkom aan jaloerse woede
door trouw te blijven aan je
eigen ik
versla die stinkende bokkesik
die je wil verzijken enkel om
zichzelf te verrijken
en jou te zetten in een stank
en dan stiekem te genieten van
hen die jou lieten
gelukkig is die stank verdwenen
nam de aanstichter de benen daar
zij naakt werd neergezet
in de kou rilt zij nu na
op zoek naar honing niet langer
koningin van het rijk
maar een lopend lijk
bleek van eigen zonde heeft
zij zichzelf gebonden in haar
gruwelijke egoisme
listig als ze was drijft ze
in haar eigen plas
de stank niet te verdragen
maar ze kan niet klagen
iedereen neemt voor haar
de benen
slechtheid in de genen
niet te bezweren ze zal
van haar fouten moeten
leren
Zo kwam alles toch nog goed
Wie goed doet goed ontmoet
maar wie kwaad wil stichten
en de mensen op wil lichten
krijgt een spiegel voor en
ziet je gaat teloor als je
je laat leiden en in laat
wijden door dat wat heet
jaloeziedemonen
geen plek meer om te wonen
een leeg huis nooit meer
thuis
omgekomen nu in eigen duisternis
dat heb je als je grist in
andermans leven
d'r komt een dag dat je terug
moet geven
dan sta je daar moederziel alleen
wankel ter been, naakt voor alle
zielen
genageld aan de grond spijt van
grote mond en listige streken
niet goed uitgekeken
waarheid niet gewaardeerd
waardoor jezelf bezeerd
mensen pijn gedaan
je moet gaan
met gebogen hoofd
je hebt jezelf beroofd
van wat heet leven
had je het maar moeten geven
dood geen waarheden
de strijd is gestreden
het mooie overwint
de droom van ieder kind
nu is het sprookje uit
een wonderschoon geluid
als in een disneykraker
het goede is een waker
van het licht
een onschuldig kindergezicht
©Tonny