het lied van de zomer
een handje vol zwart geel gebekt
floot uit zijn nest in het tederste groen
het hoogste lied van de zomer
woest sprong de hond zijn tanden gewit
naar de slapende kat en beet in de staart
van de zonnende dromer
we liepen met vrienden bepakt en bezakt
in het heetst van de stad over zinderende wegen
door zand naar het goudgele strand achter duin
we doken met golven door zon overgoten
verspeelden met schuim ons plezier
wind had de ruggen gedroogd in veelkleurig bruin
ik probeerde de zomer te pakken de warmte
de zon het plezier en vertier het is niet gelukt
ik kon die emoties in woorden niet vatten
wil melker
16/08/2009
www.wilmelkerrafels.deds.nl