Vriendschap.
Mijn vaste benen, soms verloren,
evenwichtsbalans, naar de maan,
optimistisch zoekend blijf ik hopen,
bij wijlen opstandig, met een traan.
Al gaat het moeilijk ik blijf dromen,
een omstaander trekt het zich aan,
helpt mij uit het zwalpend stromen,
en dwingt het zwarte gat te gaan.
Liefdevol komen er vele benen,
steun aanbiedend, god zij dank,
doordat ik van hen mocht lenen,
is mijn loop weer, vrij en vrank.
Ik wil je die benen eens benoemen,
echte vriendschap hun ware naam,
op hen kan ik mij steeds beroepen,
telkens, als ik wankel kom te staan.
Verloren maandag.
Maandag verloren,
worst in brood geboren,
gevulde poederwitte bollen,
met appelen gezond,
opgewarmd uit de oven,
vullen menig buikje rond,
dit jaarlijks lekker festijn,
behoeft niets meer te zijn,
een traditie voortgezet,
gunt ons jaarlijks pret.
Orgasme.
Zoet smakend als Turks fruit,
zo bekleefd het onze huiden,
het spasmen dat zijn orgasme ontsluit,
alsof duizenden klokken luiden.
Regels in rails.
Treinreizend stil, lezen de ogen,
rust deint ritmisch in het oor,
leesvoer spijst het sprekend mogen,
regels in rails géén doodlopend spoor.
Nieuwe kracht.
Elk leven, hoe ook bestreden,
hunkert naar een stille nacht,
zegt op zijn manier gebeden,
zoekend naar nieuwe kracht.