De Weg
Hij is er altijd al geweest
Discreet, vrijblijvend, onbewogen;
En altijd open, wacht hij op jou,
Hij neemt je mee, vervoert je
op en neer
En slingert je rusteloos
heen en weer.
Meestal alleen,
En onderweg
maar ook met twee
Of meer en velen
en soms te veel.
Dan ga je langs de kant
met volle teugen
Landschap drinken
en zit je neer,
De rug gekeerd.
De weg leunt op je hoofd
Het licht vult stil je ogen
Gevluchte wolken aaien je schoon
En ademen zacht je binnenste buiten:
Voldaan van top tot teen
Waarom nog verder gaan ?
Toch sta je op en uitgewaaid,
de veer weer opgedraaid
Wil je vooruit, verder op pad
Het einde is nog niet in zicht
Het doel altijd verborgen
Je loopt maar door, want verder wacht
De eeuwige nieuwsgierigheid.