Als 'gebroken' vrouwen,
knielen wij neer bij Uw troon.
Wij roepen U aan, o God,
pleitend op het volbrachte werk van Uw Zoon.
God van de Hemelse machten, kom.
Kom, o God van de Hemelse machten
en zie naar Uw kinderen om.
Woorden als dolksteken
dalen neer in ons hart.
Woorden als messen zo scherp
veroorzakend intens grote smart.
Woorden, krenkend,
met dodelijk venijn.
Woorden, kwetsend,
veroorzakend immense pijn.
Woorden, als geselslagen
komen ze neer.
Woorden, als geen ander
kent U die pijn, o Heer.
O God van de Hemelse machten, kom.
Kom, o God van de Hemelse machten
en zie naar Uw kinderen in genade om.
Heer Jezus,
dek ons onder de bescherming van Uw bloed.
Zet het als een cocon om ons heen.
Bescherm ons tegen de pijn van woorden,
uitgesproken, kwetsend en gemeen.
U, Heer Jezus, heb alles gedragen,
ook de pijn van woorden uit onmacht gesproken.
Maar Heer, soms wordt het ons teveel
en zijn we als gebroken.
Uw bescherming is wat we nodig hebben,
een schuilplaats waar onze wonden kunnen helen.
We komen bij U, die door alles reeds is heengegaan,
de Enige met wie we alles kunnen delen.
We knielen aan Uw voeten, in de schaduw van Uw vleugels.
Raak ons aan en heel onze diepe pijn, o Heer.
Vul ons hart en onze ziel met de kracht van Uw Geest,
opdat we Uw genade en liefde zullen geven als verweer.
Kom zo, o God van de Hemelse machten.
Kom en zie ons zo in genade aan.
We blijven het van U verwachten.
Als 'gebroken' vrouwen
knielen we zo aan Uw voeten neer.
Onze ogen slaan we op naar U
en smeken: herstel ons, Heer.