In de taal van mijn
jeugd aan de andere
kant van de grote
oceaan wonen nog
altijd mijn kinderjaren
waarin mijn moeder ook
nu nog piano speelt in
een kamer vol bloemen
en verhalen over alles
wat ertoe doet in mijn
bestaan.
Zij leerde mij de klank
van fiets en Scheveningen ,
niet wetend dat ik later
aan diezelfde zee zou staan
maar dan aan deze kant, op
het oude continent, turend
soms op een middag aan de
vloedlijn naar de onzichtbare
stad van mijn jeugd
Vancouver, van waar berichten
overwaaien in de compacte taal
van mijn vader en mijn
geboorteland.
Van moedertaal
en vaderland
bouw ik mij een
residentie
aan een zee
die geleidt.