kindvrouwtje dat om vijf uur zich zelf niet eens serieus neemt
zich met de blik van anderen bekijkt
haar door haar minnaar weggewuifde doodsangst
vult niettemin haar poriën
grijnst haar toe in het tarokspel
in de ruit van de winkel met grafstenen
om zeven uur zal ze het vonnis horen
ze trekt haar witte kleren uit
kleedt zich in het zwart
zet haar sierpruik af
dwaalt rusteloos door Parijs
tot ze iemand tegenkomt die haar begrijpt
een soldaat die naar de oorlog moet
en met haar op de uitslag wacht
kanker
twee maanden bestraling
om zeven uur is ze volwassen
aanvaardt ze het leven zoals het is
met zijn eindigheid
en spreekt ze verlicht de woorden uit:
ik geloof dat ik gelukkig ben