Het ongeluk.
Een vakantiebaantje.
Een leuke jongen.
Het leidt tot een naar ongeluk.
Wakker word ik.
Waar ben ik.
Een pijnlijk gevoel.
Maar dan mijn benen.
Waarom voel ik ze niet.
Mijn vader huilt.
Dat doet hij nooit.
Nu weet ik het!
Ik kan niet meer lopen.