Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

’Gedicht is deel van jezelf’

HELMOND – Toen Doe Maar Dicht Maar opbelde, verstond zijn vader het eerst niet: „Dicht doen? Staat er een raam open dan?“ Maar nee, het was de organisatie van de Belcampodichtwedstrijd voor jong talent. De Helmonder Tobi Schepers hoorde bij de tien beste van de 5500 inzenders. En dus gingen er zaterdag twee auto’s vol aanhang naar Groningen. Om daar te zien hoe de dertienjarige feestelijk in de prijzen viel: hij was de beste.
Zijn conrector van het Knippenberg College vroeg direct aan zijn ouders: „Weten jullie wel zeker dat Tobi de gedichten zelf geschreven heeft?“ Hij zou bij de befaamde Belcampoprijs niet graag een rel zien zoals er ontstond rond de Helmondse Literatuurprijs. Daar bleek de winnares op de proppen te zijn gekomen met een bestaand liefdesgedicht.

De goede man had zich geen kopzorgen hoeven te maken. „Ik schrijf al gedichten sinds ik kán schrijven“, zegt Tobi Schepers. „Ik heb hele stapels op mijn kamer liggen. Bovendien is de jury er heel alert op. Er zijn duizenden inzendingen. Veel scholieren moeten van hun leraren meedoen. Die willen wel eens een gedicht overschrijven. Maar die worden er met een zoekprogramma via de computer wel uitgehaald.“

En dus was er geen beletsel om het volgende gedicht van de dertienjarige Helmondse scholier tot het beste van de wedstrijd uit te roepen:

Het silhouet van een schip,

vaart door de donkere nachthemel.

Ver weg zie ik een zwevende stad,

bungelend aan een massieve ketting.

Het schip vliegt over eindeloos uitgestrekte bossen,

brullen van onbekende dieren gaan door mijn hoofd heen.

En dan wordt alles stil,

de storm heeft toegeslagen.

Het gedicht is een van de drie die Tobi instuurde. Ze worden alle drie in de bijbehorende bundel opgenomen. Van niemand anders staat er meer dan één gedicht in waarmee de jonge Helmonder in feite een soort oeuvreprijs heeft gewonnen.

Hij vindt dichten leuk, maar niet met Sinterklaas: „Dat zijn maar rijmpjes.“ Hij schrikt niet terug voor steviger kost, of in de sjiekere omschrijving van de jury: ’Sterke, heldere verzen, waarbij een hele wereld te vinden is achter elke zin.’

Zelf las Tobi tot nu toe nooit gedichten van anderen: „Ik vond dat je dan binnendrong in het leven van die ander. Een gedicht is toch een deeltje van jezelf. Je geeft een stukje uit je leven prijs. Er zaten heel mooie bij.“

Waarna zijn moeder haar zoon enigszins in verlegenheid brengt door te zeggen dat hij ook zo heel mooi klarinet speelt. „Mahám!“, luidt het commentaar. Maar Tobi kan er wel mee lachen. Als ze hem maar lekker laten dichten. En straks in Nijmegen Grieks en Latijn laten studeren. Talen waarin trouwens prachtgedichten zijn geschreven.
Bron: Eindhovens Dagblad door HANS VAN DEN HEUVEL