Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
Lezers onderschatten zichzelf

Vrijdag 16 juni 2006 - Woensdag wordt op het Poetry International Festival de winnaar van de C. Buddingh-prijs 2006 bekendgemaakt. Een van de genomineerden is Thomas Möhlmann.

Thomas Möhlmann: 'Poetry International is een van de grootste en belangrijkste internationale poëziefestivals ter wereld.' FOTO GPD


AMSTERDAM – In poëziekringen is Thomas Möhlmann (Baarn, 1975) al jaren een bekende figuur. Toch duurde het betrekkelijk lang voordat zijn eerste bundel ‘De vloeibare jongen’ uitkwam.

Sindsdien is het hard gegaan met de dichter, tijdschriftredacteur en promotor van Nederlandse poëzie voor wie Poetry International - van 17 tot en met 23 juni in Rotterdam - van onschatbare waarde is.

Möhlmanns debuut ‘De vloeibare jongen’ is warm onthaald, zowel door de pers als door de lezers. De bundel verscheen vorig jaar september en werd binnen vier maanden herdrukt, wat opmerkelijk is voor een boek met poëzie. Het is bovendien genomineerd voor de C. Buddingh-prijs 2006 voor de beste debuutbundel van het afgelopen jaar.

Voor de dichter kwam die nominatie niet als een verrassing, integendeel. „Vergeet niet“, licht hij bedachtzaam toe, „dat ik lang aan de bundel gewerkt heb. Het oudste gedicht erin dateert van 2001. Het duurde lang voordat het boek er was omdat ik niet uit was op een verzameling gedichten, het moest een samenhangende bundel poëzie worden.“

Möhlmanns gedichten in ‘De vloeibare jongen’ zijn als kleine verhalen vol beeldende, suggestieve en precieze taal, die de verbeelding van de lezer prikkelen. In deze vervreemdende wereld lijkt alles in beweging en is niets onmogelijk. Dat levert veel boeiende en spannende poëzie op, met nu en dan een stapeling van trefzekere beelden.

Planologie

Thomas Möhlmann vertrok na de middelbare school naar Amsterdam. „Ik heb er eerst een half jaar planologie gestudeerd. Daarmee had ik mijn toekomst min of meer vastgelegd. Het joeg mij vervolgens een enorme angst aan. Ik heb toen gekozen voor een studie (Nederlands), waarmee ik zoveel mogelijk geld en tijd kon steken in wat ik het liefste doe. En dat is lezen en schrijven. Daar ben ik tenslotte altijd mee bezig geweest. Op de middelbare school al, hoewel dat toen meer gericht was op songteksten voor het bandje waarin ik zong.“

In Amsterdam was vooral Perdu, de literaire stichting en boekhandel, van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van de jonge dichter. „Als je daar Nederlands studeert en bezig bent met schrijven zijn er twee plekken van belang. Dat is in de eerste plaats de studievereniging Helios, die dichters- en cabaretavondjes organiseerde en waar ik voor het eerst optrad met gedichten.“

„Maar dé plek voor mij was Perdu. Hier ontmoette ik veel gelijkgestemde geesten, hier leerde ik goed organiseren, leerde ik andere dichters en hun werk kennen. Ik voel me er nog steeds thuis, het is er heel open, iedereen is er welkom, al trekt het geen massa’s aan. Maar dat doet poëzie sowieso niet en dat zal niet zo snel gebeuren ook. Al ben ik ervan overtuigd dat er een groter potentieel publiek voor is. Mijn adagium is dat teveel lezers zichzelf ónderschatten en teveel dichters zichzelf óverschatten.“

„Ik ben redacteur van literairnederland.nl en het poëzietijdschrift Awater (genoemd naar het befaamde gedicht van Martinus Nijhoff, red.). Die zijn heel belangrijk om literatuur en poëzie bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Awater staat dicht bij de lezer, het blikveld is zo ruim dat het voor veel poëzieliefhebbers interessant kan zijn.“

Sinds begin 2004 werkt Thomas Möhlmann als beleidsmedewerker poëzie bij het Nederlands Literair Productie- en Vertalingen Fonds. „Ik heb de onmogelijke, maar bevredigende taak om de Nederlandse poëzie in vertaling onder de aandacht te brengen van het buitenland. Het eerste jaar ben ik vooral bezig geweest met het leggen van contacten en het maken van promotiemateriaal. Ik merk dat dit zich nu begint terug te betalen. Het aantal boeken dat vertaald wordt voor het buitenland neemt ook nog steeds toe.“

„Er is in het buitenland wel degelijk interesse voor Nederlandse poëzie, vooral in Midden- en Oost-Europese landen. En in Scandinavië verschenen onlangs mooie kloeke bundels van Kopland en Nooteboom. De meeste energie steek ik echter in de lastigere taalgebieden, in de Engels, Frans en Duits sprekende wereld. Die talen hebben een grotere uitstraling. Als Mark Boog in Litouwen wordt uitgegeven, zal een Engelsman daar weinig mee doen, maar als zijn werk in het Engels verschijnt, wordt daarvoor wel gemakkelijker interesse uit Litouwen gewekt.“

Geluk

„Het zijn vooral de grotere en bekendere dichters die worden vertaald. Naast de gevestigde dichters maak ik me sterk voor jongere dichters zoals Alfred Schaffer, Mustafa Stitou, Tsead Bruinja en Maria Barnas. Dan heb je het niet over een hele bundel, maar over werk van hen dat in bloemlezingen of tijdschriften verschijnt.“

„Je moet ook een beetje geluk hebben. Nijhoff heeft anderhalf jaar geleden een hele mooie Russische uitgave gekregen. De kans is groot dat een uitgever met wie ik onderhandel volgend jaar een Engelstalige uitgave van ‘Awater’ publiceert. Er zit in Californië een uitgever die weg is van de Vijftigers, hij wil nu ook een Lucebert-boek maken. Maar dan nog, het blijft bescheiden. De Angelsaksische wereld heeft een veelomvattende literatuur. Van alles wat daar verschijnt, is een heel klein deel vertaald, daarvan is een minuscuul deel poëzie en daarvan een nog kleiner deel Nederlandse poëzie. Gelukkig kent Engeland een stuk of vijf uitgeverijen die een degelijk fonds met vertaalde poëzie onderhouden. En verder ben je natuurlijk sterk afhankelijk van goede vertalers.“

De winnaar van de C. Buddingh-prijs wordt 21 juni bekendgemaakt in Rotterdam, tijdens Poetry International, waar Möhlmann zich als een vis in het water voelt. Wat is de waarde van Poetry International? „Die is onschatbaar groot. Het is een van de grootste en belangrijkste internationale poëziefestivals van de wereld. Dit jaar ligt de nadruk op Afrika, op ook voor mij volstrekt onbekende dichters. De Afrikaanse poëzie ken ik nauwelijks, alleen de Zuid-Afrikaanse. Het veld van dichters op Poetry is groot en gevarieerd, en telkens weer heel verrassend en verrijkend.“

Thomas Möhlmann

- ‘De vloeibare jongen'; Uitg. Prometheus, Amsterdam, € 14,95.

37e Poetry International Festival

- van 17 tot en met 23 juni in de Rotterdamse Schouwburg. http://www.poetry.nl 

bron: BN De Stem door Nico de Boer