Van de maan en Mars, opa in de hemel en echte liefde
23 april 2006 HENGELO - Echte liefde is... in een volle zaal een gedicht aan haar voordragen. Jeroen deed het. Ook mooi: een groet van Lex aan zijn overleden opa. Zo blonken er tijdens de Nacht van de Kinderpoëzie tal van juweeltjes. Jeroen houdt echt van Karin. Kan hij niks aan doen. Is hem gewoon overkomen. Hij heeft ook een gedicht voor haar gemaakt. ‘Lijstje voor een mooi meisje’ heet dat. Schaamt ’ie zich niks voor. Sterker, hij durft het gerust in een bomvolle zaal hardop te zeggen. Zelfs in de microfoon als dat moet. ‘Zoals een naaimachine houdt van zijn garen, zo hou ik van Karin’, toont de jongen onbeschaamd zijn gevoelige kant. Maar of Karin dat eigenlijk wel weet? ‘Ja, ik heb het haar toch maar even van tevoren verteld.’ En Karin zat ook nog in de zaal. Was er dus in ieder geval één grote winnaar tijdens de Nacht van de Kinderpoëzie.
Maar eigenlijk kon niemand in de volle serre van hogeschool Edith Stein in Hengelo gisteravond verliezen. De twintig deelnemers niet. Want hun gedichten waren maar mooi gekozen uit 550 inzendingen. Da’s kicken. Ook de toehoorders niet. En heus niet alleen omdat ze vader, moeder, opa, oma, broer, zus, vriend of vriendin van een van die twintig waren.
Maar wel omdat her en der prachtige juweeltjes opflikkerden in de Nacht. Soms hadden de makers ervan niet eens door hoe mooi hun bedenksels waren. Luister eens naar Simone: ‘Ik heb alles, maar een ding niet. Het is niet ernstig hoor! Ik heb geen verdriet.’ Maar dat bedoelde ze eigenlijk helemaal niet. Het einde van het liedje in woorden was dat ze (nog?) geen vriendje had.
En daar is Lex. Je ziet het misschien niet aan hem. Maar hij mist zijn opa. Best wel. Schreef onder de prachtige titel ‘Ha Hendrik’ een krachtige groet. Met humor, ook dat nog. ‘Als ik naar de hemel staar, zie ik mijn opa daar’, dichtte hij. En dan die slotregel: ‘Dan zech ik tegen opa: ik ben er over honderd jaar.’
Iris ging ook heel diep. Die legde even haar volledige psyche op tafel. Dat ze in twee werelden leeft. Soms in eentje die donker, stil en klein is. Maar soms ook in eentje die fleurig, kleurig en keurig is. Ze hield die tweeslachtigheid tot het einde vast. ‘Dat zijn mijn werelden. Ik heb er 2. Best vervelend, maar ik zit er niet mee.’
Flikker, flikker. Daar fonkelt weer een onverwacht juweeltje in de Poëzienacht 2006. Van Ruth dit keer: ‘Morgen schijnt vast de zon, ik wou dat ik vast naar morgen kon.’
Natasja geeft in haar gedicht over de zee op een heel mooie manier rekenles: ‘Ik pak een paar schelpen, een stuk of twee.’
Nou goed, eentje nog. Van Maartje en haar mannetje van Mars. Die speelde een wedstrijdje tegen een pastoor, die niet tegen zijn verlies kon. ‘Hij zij ooooooo mijn lieve heer, ik verlies altijd maar weer.’
De winnaars volgens de jury. Groep 5: Teghlat Eilyo (Telgenkamp). Groep 6: Natasja Plokkaar (Kompas) . groep 7: Laura Wegter (’t Heem). Groep 8: Kai-Yu Ma (St. Janschool). De algehele publieksprijs ging naar Ruth Nijenhuis van Het Kompas.