ik kon de wereld niet in woorden vatten
de kunst die aan mijn voeten ligt
ik wilde zien Parijse schatten
ik wilde zien de stad van licht
de woorden schoten langs mij heen
als bliksemschichten na een warme dag
ik leefde samen en weer alleen
ik huilde en ik gaf mijn gulle lach.
maar in die nacht ging ik naar huis
ik ging en stapte op mijn fiets
verborg mij in een ijzeren kluis.
En ik begreep het woordje niets.