Amsterdam kaal en verward
de stad nu zonder Eberhard
voorbij de zomer met zijn laatste kracht
waarin hij nog de taal van liefde bracht
Met de wijsheid van de straat
de brutaliteit van de advocaat
niet voor het pluche of het dure pak
met mensentaal het meest op zijn gemak
Onmatig in zijn werklust, een jager
geen zelfbeklag, nooit een klager
hij was geen Amsterdammer, maar werd het wel
bikkelhard, charmant en razendsnel
Hij was burgemeester van een stad
maar ook zo veel meer dan dat
laten we in zijn naam een brug gaan bouwen
met daarop het woord vertrouwen.