Gebed
 
O Heer, ik wil U graag van alles vragen,
maar eerst wil ik U dank betuigen:
Ik heb beslist niks om te klagen,
maar heel veel om over te juichen;
U gaf mij Uw  enige, geliefde Zoon
om voor mijn zonden en ziekten te sterven.
Verder gaf U mij Uw Geest die in mij woont
en mocht ik gratis eeuwig leven erven,
maar dat is nog niet alles: U gaf genade,
genezing, troost, bevrijding van het kwade,
U geeft mij dagelijks Uw kracht,
Uw liefde die mijn hart verzacht,
Uw leiding die me steeds de weg wijst,
Uw blijdschap die me uit de put hijst,
Uw hoop die mij verwachtend leven doet,
Uw zekerheid die voor wank’len behoedt,
Uw woorden die ik bewaar,
Uw bescherming in gevaar,
Uw vrede die een weldaad is,
Uw volheid in schrijnend gemis.
U geeft…, toen ik begon te praten
had ik zoveel om U voor te leggen,
maar ik kon het  gewoon niet laten
om U eerst even dank te zeggen.
Al dankend ging ik omhoog kijken
en werd ik bij Uw Liefde bepaald.
Al dankend moest duisternis wijken
en werden bolwerken neergehaald.
Zo werd dit gebed niet een huilend smeken,
maar een lachend danken voor ’t  gegeven Licht.
Dank U, Vader, dat ik met U mocht spreken.
Dank, Vader, voor Uw ruim en helder zicht.