Regenstriemen kletsen
op je stampende voet
vuisten roffelen
tegen mij aan.
We staan onbeschut alleen
op het betonnen parkeerdek
van ons vrije hospitaal
academisch als de beste
maar een korreltje zand
in de stormvloed
die ons moordend overspoelt.
Steeds witter
je verstrakkende huid
tot de schreeuw
van een barstend hart
de kosmos samentrekt
in de bliksem van je smart.
Hoop is iets aan draadjes
mijn binnenste weet genoeg.
Toch zullen wij strijden
hetzelfde als beminnen
liefde is zonder tijden
niet in één leven gevat.
Welkom dichters en lezers
Welkom op het NETWERK VOOR DICHTERS.